donderdag, maart 18, 2010

Waarom sommige problemen nooit worden opgelost


Na vijf dagen hard werken bij het imd kon ik gisteren in de trein de weekendkranten bijlezen. Het echte nieuws komt dan niet zozeer uit de artikelen zelf, als wel uit de combinatie van verschillende stukken samen. Zo las ik een stuk over de opkomst van de eens zo verpauperde wijk Harlem in New York, gevolgd door een verhaal over hoe het is om arm te zijn in een Brusselse randgemeente. Het patroon van verval en heropleving lijkt universeel. Daarna een verhaal over hoe IJslanders hun eigen economie pogen terug te veroveren na de mondiale exploitatie van hun crisis. Nog een beetje Lehman Brothers Drama toe en dan begint zich nog een ander patroon te vertonen.

Al deze berichten gaan het in één of andere vorm over de verhouding tussen eigendom en verantwoording. In al deze verhalen is die verhouding zoek, terwijl het in wezen twee zijden van de zelfde munt zijn. (Of moet ik zeggen van onze samenleving.) Het pijnlijke is dat deze verhalen niet nieuw zijn. Integendeel. Zo wordt de strijd van de IJslanders om weer de macht te grijpen met allerlei volkse initiatieven volkomen terecht vergeleken met de Franse Revolutie. Blijkbaar zijn deze patronen van verkankering en heropbouw archetypischer dan we ons vaak realiseren.

Over dat laatste moest ik vandaag toch weer nadenken. Als deze crisissen niet nieuw zijn, waarom weten we dat dan blijkbaar niet goed genoeg om er (liefst preventief en pro-actief) iets aan te doen? Zo'n vraag moet ik altijd eerst voor mezelf beantwoorden, voor ik hem zo de openbaarheid in gooi. Ik realiseerde me dat sommige problemen nooit worden opgelost, ondanks dat iedereen de problemen heeft gezien. Het bystanders effect is één van de bekende redenen. En wetenschappelijk gestaafd: Als iedereen het al ziet en niks doet is het zeker niet nodig dat ik zelf spontaan iets doe? En daarbij; de overheid of anders het bedrijfsleven of in ieder geval de wetenschap zal zich er al lang mee bezig houden. Ik lees er toch regelmatig over..?

Maar ik heb zelf ook een ander patroon meegemaakt, waardoor misstanden niet worden opgelost. In mijn geval ging dat zó: Toen mijn dochtertje oud genoeg was om naar de lagere school te gaan, kwamen wij voor het eerst positief en blij gestemd weer in aanraking met dat instituut dat we sinds onze eigen kindertijd achter ons hadden gelaten. Alles is sindsdien leuker, frisser en speelser geworden. De lokalen, de lessen en de juffen.
Maar na de roze beginperiode kwamen we steeds meer met beide benen op de grond... Gedurende de jaren dat Rosa op school zat, werd steeds duidelijker dat er van alles schortte aan het instituut. Kort gezegd was de professionaliteit per saldo flink onder de maat. Maar daar kwamen we zeer geleidelijk achter. En tegen de tijd dat we zeker wisten dat er hoognodig iets moest gebeuren, ging Rosa alweer van school af. Daarmee verminderde ook onze ergernis en de noodzaak om daadkrachtig de knuppel in het hoenderhok te gooien. Nu nog ingrijpen zou lijken op natrappen en bemoeizucht. Dus is de school waarschijnlijk nog jaren op de oude voet doorgegaan, met alle gevolgen van dien voor generaties slecht opgeleide kinderen....

Naar aanleiding van deze oneervolle herinnering moest ik ook bij mezelf erkennen dat mijn inzicht in de economie pas sinds een paar jaar zodanig is dat ik er de betekenisvolle patronen in meen te kunnen herkennen, die ik hierboven beschrijf. Zal ik nu ook wachten tot mijn pensioen voordat ik er iets mee doe? En dan vervolgens maar berusten in de schijnbare onvermijdelijkheid der dingen?

1 opmerking:

rutgervz zei

je doet het al, Harry... Althans zo ervaar ik het met genoegen.

Ik moet gelijk denken aan draagvlak, op basis waarvan men keuzes maakt. Momenteel lijkt geld, oftewel een door centrale bankbedrijven gemonopoliseerd ruilmiddel, de voornaamste drijfveer... Vanuit concurrentie en schaarste gedacht. Historisch gezien niet gek, maar (de resultaten van) het nieuwe denken, vanuit samenwerking en overvloed, opent steeds meer ogen... En jouw persoon, leven, visie en werk daarin is mij, zolang ik je al ken, uniek, aansprekend en dierbaar.

Groet'n uut Grunn