zaterdag, december 30, 2006

Het verhuur-experiment

Gisteren was het een uiterst onaangename ontmoeting met mijn huurder. Ik zag zijn moeders auto voor mijn garage staan en was blij de schilderspullen in de gang te zien. "Ah, ze zijn al aan het schilderen... Leuk!" dacht ik.
Maar meteen daarna rook ik de asbaklucht en struikelde ik bij binnenkomst van mijn eigen huiskamer over mijn huurder. Hij had zich prinsheerlijk met een vriend op mijn bank geïnstalleerd. Om hem heen een spelcomputer en nog een boel andere spullen. Het was overduidelijk dat hij er niet 'even' moest zijn, maar dat hij de ruimte gebruikte alsof hij die huurde in plaats van de kamer boven. Met zijn reactie "Ja, maar het was maar voor even." gooide hij nog olie op het vuur. Ik was woedend en geschokt en mijn welwillendheid volledig verdampt. Het was dat ik geen tijd had door mijn andere verplichtingen. Anders had ik hem er meteen uitgezet. Op weg naar mijn fiets in de schuur werd ik daar ook nog eens geconfronteerd met de resten van een verblijf daar. In een kring stonden ondermeer mijn tuinstoelen en een gele bank, met middenin een vuile kring met lege bierflessen en een doordringende verschaalde dranklucht.
Het verhuur-experiment lijkt al mislukt voordat hij goed en wel is begonnen. Terwijl ik op de fiets naar het postkantoor was, is Gerda ook maar naar de buren gevlucht. Daar hoorde ze dat mijn huurders elke avond in mijn huiskamer bij de TV zitten. Ik heb nu de indruk dat ze denken dat ze bij mij blindelings kunnen doen wat ze willen. Dan zijn ze bij mij letterlijk aan het verkeerde adres.

Geen moment verveling.

Donderdagnacht na de prachtige uitslag heb ik - voor het eerst sinds tijden! - weer zorgeloos geslapen met het heerlijke idee, dat er weer van alles mogelijk is. Het voelt alsof ik na een heel benauwde uitzichtloze tijd opeens weer in een lichte ruimte ben, met een zee van mogelijkheden om me heen. Dat gevoel ervaar ik nog steeds met vlagen en dan ben ik weer heel bij en dankbaar. Maar het was naief om te verwachten dat hiermee de rust en harmonie terug is in mijn leven...

De volgende vrijdag stond al een reisje naar Nederland gepland. Ik moest naar de notaris om de hyptheekacten en omringende documenten officieel te tekenen en om de 8000,- euro op te hoesten die ik zelf moest inbrengen in de deal. Voor dat laatste hadden ze me woensdag al gebeld toen ik met Gerda en Annelien in het UZL (Universitaire Ziekenhuis in Leuven) wase. Of ik dat maar even telefonisch wilde overmaken.
"Ik ben nu in het ziekenhuis en pas na zessen thuis"
"Eh, oh."

Dat verzoek hadden ze ook een week eerder kunnen mailen, natuurlijk. Die avond weer achter mijn bureau, bleek dat telefonisch overmaken binnen een uur mogelijk is. Maar alleen als je dat vooraf hebt aangevraagd. En die procedure duurt wel drie weken...

Dus na een tijdrovende zoektocht door het telefonische en virtuele doolhof van de bankwereld heb ik besloten het geld voor alle zekerheid maar ouderwets contant op te halen bij het postkantoor en persoonlijk naar de notaris te brengen. Een gok met een nare verrassing naar zou blijken... (wordt vervolgd)

donderdag, december 28, 2006

N I K S ! ! !

Net terug uit Leuven. Ik ben compleet van de kaart; Op Gerda's PET-scans is niets meer te zien! Het zijn vage foto's, zekerheid bestaat niet enzovoort, maar dit is de best mogelijke uitslag. Ik moet het nog verwerken. Ik weet niet of ik moet lachen of huilen. De toekomst is terug van weggeweest!

woensdag, december 27, 2006

Het uur van de waarheid?

Vandaag een belangrijke dag. Gerda gaat drie uur onder de scanner in het Leuvense Universitaire Ziekenhuis. De beelden die dat gaat opleveren moeten ziichtbaar maken of de chemo's enig effect van betekenis hebben gehad. Er zijn in principe drie uitslagen mogelijk: Het is 'duidelijk' minder, meer of gelijk.
Alleen als het duidelijk minder is, heet de behandeling succesvol. In dat geval adviseert dokter Vansteenkiste Gerda er waarschijnlijk nog twee om dit succes te consolideren. Dat weten we na het gesprek met hem. Terwijl Gerda onder de scanner ligt, gaan Annelien en ik winkelen in Leuven. Op de terugweg halen we Rosa op. Zij komt eindelijk hier kijken hoe haar vader zich redt. Ik verheug me op haar komst.

dinsdag, december 26, 2006

Tweede kerstdag

Tweede kerstdag is tradioneel een werkdag in Vlaanderen. En na een drie dagen luieren heb ik ook geen bezwaar om weer even wat te doen. Beneden in mijn woning op de Varenstraat 27 in Rumst is het een doolhof van lege boekenkasten en boekendozen. Maar we gaan nu eindelijk Gerda's bureau in elkaar zetten dat we bij IKEA kochten. Dan gebeurt er eindelijk wat aan haar werkkamer.

maandag, december 18, 2006

Comateuze start

Vandaag was ik gevoelsmatig eindelijk aan het grote uitrusten begonnen, maar de kalender beslist anders. Het is gewoon weer maandag en ik moet me focussen op alle verplichtingen en taken die - heel gemeen - gewoon blijven liggen wachten tot ik ze voltooi. Dus begin ik geleidelijk weer wat op een hoger energiepeil te functioneren. Eerst rustig breinloos het ijs van Gerda's auto gekrabd, ze heeft bij de huisarts weer bloed ingeleverd. Nu heb ik inmiddels toch nieuwe schetsen voor de Brandweer gemaild en ben begonnen met de organisatie voor donderdag. Dan ga ik met Bart als hulp naar Utrecht om de twee grote slaapkamer boven leeg te halen. Ik ga ze verhuren aan de zoon Yannic van vriendin Marieke en aan weer een vriendin van Yannic die meekomt in de deal. Zo wordt ik steeds meer kapitalist. Twee huizen en nu ook nog huisjesmelker...

zaterdag, december 16, 2006

Weeeeeeeeekend

Hoe heerlijk. Uitgeslapen zonder grens. En dan nog even dagdromen en mijmeren toe. Dat is (te) lang geleden. Uitrusten vreet tijd, maar ik geniet er grenzeloos van: FF niks moeten. Alleen wat boodschappen en wat goede voornemens gedaan. Tot zondagavond zijn Gerda en ik ongestoord vrij. He he...

donderdag, december 14, 2006

Sprekend beeld


Een plaatje zegt meer dan 1000 woorden.
Zalm sust, terwijl Verdonk dient te zwijgen.
Zo is de politieke wereld opeens weer inzichtelijk.

Wacht ff dokter

Ik ben even in Rumst om wat te werken. Gerda ligt nu in Leuven de laatste chemo in te nemen. We hebben de doktoren even de wacht aangezegd. De PET-scan op 27-12 laten we doen, maar alle andere plannenmakerij tillen we over het Nieuwjaar heen. Voor Gerda een grote opluchting, ze zat er mentaal behoorlijk doorheen de afgelopen dagen. Al vanaf de zomer wordt aan haar gedokterd en dokters stoppen pas als de patiënt niet meer te helpen is. In negatieve of in positieve zin. We hebben het al vaak gehoord: "U bent nog jong." Dat kreeg Bruna ook steeds te horen. Na vandaag moeten ze dus even van haar afblijven. Dan kan ze - als de chemo-dip gepasseerd is - echt even bijkomen. Later meer hierover.

woensdag, december 13, 2006

Ik kom tot me Zelf

Deze morgen begon ik me al behoorlijk een sloof te voelen. Ik vind het best een opgave om met de voeten op de grond boven de materie te blijven uitsteken. Gisteravond liet ik me er bij zitten. Gewoon even voor de TV ontspannen, veel meer had ik niet meer in huis. Voor de hypnosedoos was het in no time weer te laat voor de rest. Dus kleurt de bijbehorende verwaarlozing de volgende ochtend in met vieze vuile kleuren. Een frisse start is onhaalbaar, hoe krijg ik mezelf op een pretttige manier in het gareel en de zaken voor elkaar? Gelukkig heb ik vandaag Gerda's afspraak bij de Shiatsu overgenomen, nu zij daarvoor zelf te ziek is. De dame daar duwt me mijn lijf weer in, op de manier waarop het oorspronkelijk bedoeld is. Heerlijk. Thuis staat Gerda ondertussen onder douche. Een goed teken; dan is ze niet misselijk. Ik ga ondertussen maar even hiernaast de mail checken en meteen dit blogje doen.



Terwijl de kachel de kou wegstookt, speelt op YouTube het countrygroepje ValsPlat, met Izak Boom en consorten. Gepromoot dor mijn broer Geert, die deze vidootjes schoot en nu rondmailt. Bijzonder muzikaal. Maar de teksten - hoe knap ook - deprimeren me. Gecultiveerde kleinheid. Zelf noemen ze het milde ironie. "Mij zie je nooit meer terug." Wat doe je hier dan nog? Grootheidsschroom heet dat tegenwoordig. Ach, ze hebben woord gehouden lees ik net via de site van Izak. Ze hebben zichzelf net opgeheven.

dinsdag, december 12, 2006

Tja

Jaap de Lange belde vandaag om even bij te praten. Zijn zaken gaan voorspoedig en hij heeft goede mensen ontmoet bij Jam vertelde hij. Geen Harry's maar niet verkeerd. ;-) Ik vertelde hem dat het leven de laatste tijd net een soort computergame is waarbij ik op een bijna te moeilijk level terecht ben gekomen. Ik leer veel, maar dat gebeurt zoals altijd voornamelijk via fouten. Soit.

De dag begon stralend en soepel. Kids op tijd geordend de deur uit en ik ook. Ik bedankte mijn engel al. Dichtbij Leuven werd het al anders. De politie hield drankcontrole. Om negen uur op de dinsdagochtend. Ik moet er niet aan denken... Gelukkig had Gerda gezorgd dat alle papieren bij de hand waren. Zo was ik toch nog vroeg in het ziekenhuis. Maar we waren niet zomaar vertrokken. De auto gaf één kik en hield het daarna voor gezien. We hebben een uur in de auto zitten zonnen tot de Touring kwam (De Vlaamse ANWB). De startmotor bleek stuk. De auto aangeduwd. Naar huis gereden. Gerda uitgeladen en meteen naar de garage. Dan blijkt het grote voordeel van persoonlijke betrekkingen: Ondanks de drukte daar hebben ze de auto meteen gerepareerd. Ze wisten van Gerda's situatie en ik heb de wagen zoëven om vijf uur op kunnen halen. Vandaag al flink gewandeld dus, het is 20 minuten lopen naar de garage. Tussendoor ook lekker gefietst. Met Jelles fiets naar de fietsenmaker in het volgende dorp Reet. (Ja zo heet het echt, kijk maar op Google Earth) En daar de mijne weer opgehaald en langs de supermarkt in Rumst terug. Zo leer ik Vlaanderen kennen.

maandag, december 11, 2006

Kale Kerstvakantie.

Thuis bij Gerda zit Annnelien in een koude kamer TV te kijken en heeft de hond de vuilnisbak over de keukenvloer gewerkt en op de mat gepist. Het nut van ouderlijk gezag is weer eens bewezen. Ik heb Gerda achtergelaten tegen acht uur deze maandagavond en ben door de regen naar Rumst gereden. Toen ik vertrok had ze nog geen echte chemo binnen, alleen de voorbereidende spoelingen. We hebben vanmiddag het vervolgprogramma gekregen. Dat de kerst miezerig zou worden wisten we al. Gerda zit dan midden in de after-chemo-depressie die inmiddels goed te voorspellen is, na de drie eerdere keren. Maar nu is ook de week erna opgeëist door de artsenij. Woensdag 27, meteen na kerst moet Gerda 's middags drie uur onder de PET-scanner. Donderdag zit ze al om half negen 's ochtends een longperfusietest te doen. 's Middags nog meer, diffusiecapaciteit enzo, het geheel rond half vijf af te ronden met de finale eindejaarsbespreking met de Geneesheer Johan Steenkiste. Ik ben erg benieuwd naar onze Oudejaarsviering. De wensen voor het nieuwe jaar zijn al wel heel duidelijk... Als Rosa terug is uit Engeland, moet ik ook met haar de agenda bespreken. Zij zou juist die dagen bij ons hier in België zijn...

Vaagheid troef.

Net als ik dan toch - om me even te verzetten - een ‘tas’ koffie ga drinken beneden in het café, duiken de artsen in opleiding op bij Gerda in de kamer.
De chemo-cocktail wordt deze keer met 20% verminderd om de weerstandsvermindering binnen de perken te houden. Tussen Kerst en Nieuwjaar is er geen rust. Ze moet dan twee dagen opdraven voor een serie onderzoeken en een evaluatiegesprek met het opperhoofd Johan van Steenkiste. Wat voor Oud en Nieuw gaat dat worden? Het is nog niet afgelopen, beseffen we. Nadat we alles uitgebreid hebben doorgesproken, vanuit technisch medisch standpunt tot en met het filosofisch spirituele perspectief en weer terug, is het vooral duidelijk dat niets echt duidelijk is. Hoe we het ook wenden of keren het is vaagheid troef. En elk moment dat we verwachten duidelijkheid te krijgen of te kunnen creëren, gebeurt er iets waardoor we weer volledig in de mist zitten. Gerda zal zelf - en helemaal alleen - haar knopen moeten doorhakken.

Artsencommunicatie

Onze oude jonge arts in opleiding Dr. Wijnants komt onverwacht ook langs. Hij wil horen hoe het is verlopen na zijn verwijzing naar het Duffelse ziekenhuis, twee weken geleden toen Gerda ziek werd. Hij weet van niks en nadat we hem hebben bijgepraat komen we dus vanzelf op de steken die blijkbaar her en der gevallen zijn. De noodzaak van een betere communicatie ontkent hij niet, maar van hem mogen we niet veel verwachten blijkt wel. En dat artsen elkaar gewoon even opbellen is in ieder geval te veel gevraagd. Dat hadden we bij Beck ook al geconstateerd.

Volgens mij heeft elke patiënt een onstilbare behoefte aan duidelijkheid.
Het blijkt hier standaard om na elke chemoweek een brief voor de huisarts mee te krijgen. Maar dat gebeurde tweemaal niet. Toen de bloeduitslagen evenmmin aankwamen in Leuven ontstond een potentiëel gevaarlijke situatie. Dr. Wijnants erkende dat toch wel, hij zou de assistenten er op wijzen... Symptoombestrijding is het enige dat ze hier leren ze nietwaar? Ook aan dovemansoren is ons advies om het behandelingsprotocol vooraf zwart op wit aan de patiënt te geven. Dan kan de centrale figuur die cruciale behandeling mee bewaken. De niet-standaard situatie van Gerda lijkt ook een risicofactor in de behandeling. Een zeldzame kanker die op z’n Nederlands is aangepakt, daar zijn ze hier niet op bedacht, merken we steeds meer. Beide gegevens worden als verontschuldiging en bijna-beschuldiging te pas en te onpas in het gesprek gebracht. En we merken dat dingen niet gaan zoals wij dat begrepen. Na drie keer chemo zou een scan volgen. Maar dat is stilletjes niet gebeurd. Wij zijn ook ingedut door de fabrieksmatige routine. Alles verloopt hier volgens vaste onverklaarde standaarden. Ik neem dan aan dat dat een bepaalde controle en zekerheid weerspiegelt. Dom.

En wat straks?

Dit weekend hebben we het ook even gehad over de keuze die wacht als de chemo achter de rug is. We weten de echte oorzaak van Gerda’s tumor niet, we doen het met onze eigen hypothese. Mogelijk spelen er milieu- of genetische factoren, zoals ik al noemde. Het kan ook daarbij of los ervan, een fysieke respons zijn op de manier waarop Gerda haar leven heeft geleid. Er schijnt een algemeen symptoom te zijn bij veel kankerpatiënten. Een soort verlies van levensvreugde. “Ik zit het wel uit, maar van mij hoeft het niet meer zo.” Dit is een gevaarlijk opmerking, weet ik. Het discrimineert en stimatiseert en be- cq veroordeelt de kankerpatiënt. Maar deze minder empatische reacties even terzijde plaatsend merk ik op dat deze gevolgtrekking op steeds meer plaatsen wordt gemaakt. Op basis van veel gegevens en door betrouwbare bronnen, zoals ervaren traditionele medici, die juist op basis van hun brede ervaring tot dit soort inzichten komen. Carl Simonton is wel de bekendste. In Nederland laat de gepensioneerde Haarlemse arts Hans Moolenburgh zich horen, zoals in de laatste ‘Happinez’.

Gerda’s genezingstrategie volgt ook deze lijn. We accepteren bij gebrek aan beter de traditionele agressieve behandeling van de kankersymptomen, maar zetten onze kaarten vooral op de integrale verbetering van haar manier van leven, zowel psychisch, mentaal als fysiek conditioneel. Alles wat de levensvreugde kan of kon aantasten, wil ze onder ogen zien en vervangen door heilzamer gedrag. En we vergeten niet dat de fysieke symptomen het inmiddels onherstelbare gevolg kunnen zijn van oorzaken uit haar verleden. Maar dat doet weinig of niets af aan de waarde van deze wending. We voelen elke dag hoe belangrijk het is het leven te leiden zoals dat is bedoeld. Dat laatste te onderkennen is elke dag een nieuwe les.

Waar ik het ook nog even over wil hebben: Ik neem bij mijzelf waar dat ik al jaren meander tussen een superrationele levensbeschouwing en een meer mythische ervaring. Ik vermoed inmiddels dat beide even waar zijn, maar zoek nog naar de juiste taal waarin beide aspecten zuiver verwoord kunnen worden. Daarnaast heb ik ook wel door dat mijn levensbeschouwing per moment plaatsvindt vanuit een ander perspectief. En niet toevallig altijd vanuit de meest comfortable of tenminste minst pijnlijke positie. Zodra tot me doordrong dat Gerda kanker had en mijn vriendinnetjes heerlijke lichaam werd aangetast, switchte ik van een hedonistische vakantieganger naar een spiritueel geörienteerde zinzoeker. Pure ego-gestuurde verlichting dus. De omstandigheden dwongen mijn ‘groei’ af. Een soort zwemmen of verzuipen strategie van het universum. Zo Harry, jij wil weten wat precies de relatie is tussen lichaam en geest? Nou daar hebben we dit op gevonden! Ik weet nu inmiddels heel goed dat de lijfelijkheid tussen Gerrda en mij wel wordt gehinderd door alles waar ze mee wordt aangetast, maar dat er in wezen (!) niets is veranderd in het onuitsprekelijke genoegen van het hele intieme samenzijn. We zijn nog even onbeschaamd blij met elkaar. Ik groei en of ontwikkel dus alleen nog als ik geen andere keus heb. Anders doe ik liever lekker niks anders dan de dag plukken en wat dagdromen. Dat is helemaal conform Graves, beweert mijn brein.
Economen en psychologen zijn het er inmiddels over eens dat verlies bij mensen zwaarder telt dan winst. Dat is uitgebreid getest en aangetoond. We doen er veel meer voor om een verlies te beperken, dan dat we over hebben vooor een winst van gelijke waarde. De minderheid die wel pro-actief de nek uitsteekt hoort bij het gilde van succesvolle ondernemers. Ook bij die groep is aangetoond dat hun enige gemeenschappelijke onderscheidende eigenschap is dat ze domweg meer ondernemen. Ik ben zelf meer een gemiddelde gemakzuchtge risicomijder. Dat ik kleine zelfstandige ben is het gelukkige gevolg van een jeugdige combinatie van idealisme en naïviteit. Dat behoedde me voor de kartonnen doos van het loonslavenbestaan.

Wat als de chemo werkt?

Nog een boek te schrijven: Chemo voor Beginners. Er is net weer een nieuwe dokter in opleiding langs geweest. Zo uit Kuifje gestapt. (Ik begrijp nu waar Hergé zijn tekenstijl vandaan heeft. Belgen zien er zo uit.) Hij doet zijn ding en we vragen hem: “Welke criteria bepalen de behandelingskeuze na deze chemo?” Artsen lijken instinctief eenduidige antwoorden te mijden, maar ik begrijp de vuistregel: Als een chemo geen duidelijk effect heeft, stopt men. Als het wel blijkt te helpen is men geneigd er voor de zekerheid nog een schepje bovenop te doen. Met Gerda zitten ze hier een beetje verlegen. (Dit is BV, Beschaafd Vlaams, In Nederland zitten ze dan 'omhoog', bizar woord eigenlijk.) Haar tumoren zijn namelijk al verwijderd. Daaraan kun je natuurlijk makkelijker zien of ze zijn verminderd dan aan de vage resterende waas op haar longvlies. We kijken elkaar aan. Ze zullen wel twee extra chemo’s gaan voorstellen. “Zeker als ik ze vertel dat ik geen operatie wil.” zegt Gerda. “Dan wordt het februari.”, concludeert ze. We zijn even stil.

Kanker is van deze tijd

Gerda en ik hebben wel meteen het kankerblaadje verslonden. Hoe doen anderen het en is er misschien echt nieuws over kanker? Om met het laatste te beginnen: Nee. De bestaande behandelingen worden wel steeds verfijnder, maar kanker is nog steeds iets dat wordt bestreden en niet genezen. Dat -voor mij- essentiële verschil komt ook naar voren uit de interviews. In elk nummer staat tegenwoordig wel een interview met één of twee BV’s zoals de Bekende Vlamingen hier heten. Bekend of niet, allen leren het leven bewuster en diepgaander te waarderen. Maar ik lees niets over een aspect dat in de ervaring van Gerda en mijzelf ook heel wezenlijk is: Dat kanker een uiting, een symptoom is van je eigen levensconditie. En als je het evenwicht in je bestaan wilt herstellen, ga je zoeken naar de oorzaken. Die oorzaken kunnen van genetische aard zijn of liggen in milieuaspecten. Daar heb je weinig directe macht over. Asbestslachtoffers gaan gewoon binnen vijf jaar allemaal dood. Eén op de drie mensen zal aan kanker overlijden. En het is een ziekte van de westerse wereld.

Kanker is pas echt als je er direct mee wordt geconfronteerd. Het wordt vooral ervaren, beleefd en behandeld als een persoonlijk probleem. Zeker door de patiënten zelf. Dat is een natuurlijke overlevingsreflex. Maar vanuit dit perspectief is het verschijnsel niet te overzien in de juiste verhouding met de context. Ik heb bijvoorbeeld geen kanker (denk ik), maar mijn dagelijkse bestaan is ook bezwaard door de algemene levensomstandigheden van mijzelf en mijn tijdgenoten. Ik kan de gedachte niet uitbannen dat meer mensen in stilte lijden aan onze manier van leven. Ze is van een liefdeloosheid en onbeholpenheid die me heel verdrietig maakt. Een stil ziek gevoel van binnen, waar ik me ook nog voor schaam. Kanker, deze westerse welvaartsziekte, past hier voor mijn gevoel heel goed bij. Ik ben niet de eerste die deze woekeringen met elkaar associeert.

Ik zou bijvoorbeeld graag van mijn eten genieten, zonder het sluipende besef dat het ten koste van veel energie uit de aarde is geforceerd onder vaak zeer kunstmatige omstandigheden, soms helemaal aan de andere kant van de planeet. Ik zou graag rondrijden in een auto met de zekerheid dat ik daar niets en niemand tekort mee doe. Ik zou graag genieten van mijn levenscomfort en alle spullen in de zekerheid dat allen die daaraan bijdroegen evenzeer genieten van hun aandeel in die welvaart. Maar dat geluk dienen we nog waar te maken. Tot dat moment hangt er een soort schuldige zwaarte over mijn comfort. Ik kan die alleen buitensluiten door mijn bewustzijn te verlagen tot een snoezelige sufheid.

Dit slikken we niet meer

We hebben ons goed voorbereid op de laatste ronde. Een loodzware tas vol proviand staat naast het bed om de misselijkheid te bezweren. Blijven eten, is het devies en dan liefst iets dat gezond en smakelijk is. Het ziekenhuiseten roept al Gerda’s walging op. Het is deels de conditionering van de chemo die daarop wordt geprojecteerd, maar helaas ook deels het eten zelf. Ik zit er volkomen nuchter naast, ben niet speciaal kieskeurig, maar krijg het laffe spul ook niet weg. Vaag kapotgekookt spul onder een sausje dat ondanks de velvorming is afgekoeld tot een soort ondefinieerbaar snot. Het vormloze gele hoopje ernaast gaat door voor puree. Het geheel wordt in stijl neergesmeten door een dragonder. Maar vanaf vandaag is zij met haar eten in de ban. Ze komt er niet meer in.

Oude chemo rotten

We zijn weer in het ziekenhuis van Leuven. Voor de laatste chemoweek van de vier chemokuren. Gerda is geïnstalleerd op een bed in een éénpersoonskamer. “Ah, een oud-model bed. “ concludeert ze met een kennersblik. We zijn inmiddels habitués met alle bijbehorende kenmerken. Ik weet blindelings de weg langs de voornaamste routes van dit enorme ziekenhuislabyrint en we kijken niet meer op van de bizarre procedures. Het is deze gewoontevorming waardoor absurde routines in stand blijven, ook al moeten de patiënten na ons daardoor dezelfde zinloze verwarring en ontreddering doormaken. Wij hebben noch de energie en noch het belang om deze speciale wereld te verbeteren. Nog een paar dagen en we zullen het allemaal graag vergeten. Of liever verdringen. Weg ermee.
Over menselijke en onmenselijke behandeling valt een boek te schrijven. Wie weet, ooit.

zondag, december 10, 2006

Hm...

Wat is het verschil tussen een blog en een kletsplek? ;-) Deze zondag een Ikea boekenkast in Annneliens kamer in elkaar geschroefd en zo nog wat gedoe.

vrijdag, december 08, 2006

Dag vrijdag

Vandaag beter in mijn vel. Klus voor Joop naar tevredenheid opgeleverd voor akkoord. En nu met Gerda naar de Ikea. Eindelijk het kameropknapklusje afronden. We leven alweer weken in de tijdelijke rommel.

donderdag, december 07, 2006

Warrig

Wie is dat verwarde jongetje dat zo verschrikkelijk druk zijn best loopt te doen? Is dat Harry van der Velde? Het lijkt er wel weer op. Ik voel me weer eens verward en verwikkeld in van alles. Ik was gisteravond zo miezerig, dat ik meteen na het eten in bed ben gekropen. Dat kan gelukkig omdat Gerda nu weer even op de been is. Het is vooral mentale uitputting. Ik heb meteen de klok rond geslapen. Vannacht droomde ik dat ik - na alweer een eindeloos lange reis - toch nog op het nippertje was aangekomen op mijn bestemming, alleen om te ontdekken dat ik mijn paspoort was vergeten en mijn portemonee verloren. Ik hou me voor dat het leven een spel is, maar daarom verlies ik het nog niet graag.

dinsdag, december 05, 2006

Gunstige wind

Gisteren was een heerlijke dag. Ik was weer eens in Utrecht. Om mijn handtekening te zetten onder mijn dertigjarige verbintenis met de geldhandelaars van Westland Utrecht en voor een bespreking met de enige opdrachtgever die ik momenteel nog bedien, Joop Kroon van de Belastingdienst. Slecht geslapen, dus ik vreesde halverwege de dag in te storten. Maar alles liep verrassend soepel. Een perfecte combinatie van lage verwachtingen, een open houding en bereidwilligheid. Zoiets. En mazzel natuurlijk. Ik sein Rosa altijd in als ik die kant op ga, maar ze had al gemaild dat ze niet kon. Toen ik Rosa belde na het werkoverleg bleek ze verrassend vlakbij in de Hema aan het winkelen zijn. Ik kon haar daar meteen als een goede vader troosten, want ze had die ochtend net de laatste van haar vriendinnen naar Schiphol gebracht. Al die meiden gaan eerst naar het buitenland hun horizon verleggen. Rosa wil ook en ik steun dat, maar kiezen en dat dan handig aanpakken is een les op zich. We zijn wat gaan drinken en daarna was ze een perfecte 'shopping-assistant'. Zo was ik tijdig thuis met alles en kon ik mooi het pakje oppikken dat mijn internet telefonie mogelijk moet maken vanuit de Huizingalaan. En daardoor kon ik die avond alweer naar België, waardoor ik nu extra tijd ne rust heb om allerlei nuttige dingen te doen die me anders verwijtende blijven toegrijnzen. Ga zo door!

zondag, december 03, 2006

Wankel evenwicht

Geluk = evenwicht. Dat is één van de basale definities die ik voor mijzelf heb verwoord. Dat evenwicht is momenteel wankel. Hoewel ik steeds meer laat vallen, probeer ik misschien toch nog teveel ballen in de lucht te houden. Sommige heb ik zelf gekozen. Andere blijken onverwacht mee te komen in het spel.

Naast de zorg voor Gerda valt mij zo ook de zorg voor haar gezin en haar kinderen toe, als zij uitgeschakeld is. En dan ben ik ook verantwoordelijk voor drie panden die zo onder mijn hoede vallen. Ik moet van alles regelen voor mijn huis in Utrecht, mijn nieuwe optrekje hier in Rumst en dan ook het huis van Ger ernaast bruikbaar houden. Inclusief alle administratieve, financiële en notariële bewegingen die mijn bezitsvorming met zich meebrengt. Dat is al genoeg zorg voor één mens.

Ondertussen wil ik met overgave de enkele opdracht afronden die ik er nog dacht bij te kunnen hebben. Dat valt dan tegen. Ik kan van mijn werk gewoon geen half werk maken. Ik ervaar juist nu in deze magere momenten dat mijn werk zijn kwaliteit dankt aan de onvoorwaardelijke aandacht die ik er normaal gesproken aan geef. Ik hou zo van die flow.

Tenslotte moet ik voor mijn geestelijke gezondheid ook nog wat beschouwingen kunnen produceren over wat ik links en rechts waarneem. Zoals de vorige 'post'. Dat moet ik gewoon 'even' noteren om het te kunnen opnemen. 'Tijd voor je Zelf' heet dat. Maar soms voelt het alsof ik sta te hozen in een te lekke boot.


Alles kost tijd. Vooral uitrusten vreet kostbare tijd. Het is even hard werken om boven de materie uit te blijven stijgen.

Van google-adept tot google-onderdaan?

"We are not evil" claimde het jongere Google. Nu inmiddels machtig, rijk en erkend, hoop ik dat ze de intentie nog steeds in hun vaandel draagt. Want zij gebruikt haar macht inmiddels om in te grijpen in de informatie die ze beweert beschikbaar te maken voor iedereen. Ze oordeelt dat Trouw valsspeelde volgens de Google regels. en deed het in de ban. DIE informatie was stilzwijgend niet beschikbaar! Ik heb nog geen tijd om te lezen wat Trouw zelf zegt. IK vind het een bedenkelijke trend. Macht corrumpeert. Google moet nog bewijzen daar boven te kunnen staan.